Als uw (bedrijfs-)terrein is vrijgesteld aan de openbare weg, dan staat het een weggebruiker vrij om gebruik te maken van het terrein om hier te rijden of parkeren. Zo kan ook een inrit, uitrit of oprit, waarop niet (duidelijk) is aangegeven dat het ‘eigen terrein’ betreft, gezien worden door een weggebruiker als openbare weg. Indien een voertuig op uw terrein wordt geparkeerd dan wordt u als eigenaar van het terrein juridisch gezien ook gelijkgesteld aan een ‘wegbeheerder’. U heeft en houdt daarbij de verantwoordelijkheid over datgene wat er op uw terrein gebeurt.
U kunt dus doen en laten met het terrein wat u wilt, voor zover dit niet door wetgeving wordt beperkt. U kunt er een toegangshek plaatsen, of andere parkeerbeveiliging aanbrengen om het parkeren en inrijden te beperken of voorkomen.
Juridisch gezien is het erg lastig om een voertuig te verwijderen van uw terrein. Er zijn namelijk weinig mogelijkheden om hier een actie op te ondernemen daar u feitelijk zelf geen beperkingen heeft aangebracht voor de weggebruiker(s).
Wat is er mogelijk om uw terrein (preventief) tegen ongewenst gebruik te beschermen:
- Er moet een gegronde reden zijn om het voertuig te verwijderen. Bijvoorbeeld het blokkeren van een nooddeur/brandgang, lekken van vloeistoffen, etc.;
- Er dient een waarschuwing ‘art. 461 wetboek van strafrecht EIGEN WEG/ EIGEN TERREIN’ te zijn aangebracht;
- Er dient een waarschuwing ‘wegsleepregeling van kracht’ te zijn aangebracht;
- Er dient een verwijzing naar de ‘voorwaarden voor gebruik van het terrein’ of een geldende ‘wegsleepregeling’ te zijn aangebracht. Een weggebruiker dient deze voorwaarden op elk moment in te kunnen zien. Denk aan een bord met voorwaarden, of een verwijzing naar een publieke webpagina waarop de informatie staat getoond;
- Er dient een wegsleepverordening te zijn opgesteld. Alle risico die voortkomt uit het wegslepen van een voertuig, nadat aan de punten 1 t/m 5 is voldaan;
- Om te voorkomen dat er door de kentekenhouder van het voertuig aangifte van vermissing of diefstal wordt gedaan is het van belang dat u als eigenaar van het terrein (lees: ‘wegbeheerder’) bij de politie melding maakt wanneer een voertuig in overeenstemming met de opgestelde wegsleepverordening is verplaatst of weggesleept;
- Bij voorkeur wordt het voertuig verplaatst binnen hetzelfde terrein naar een plek waar deze geen (of minder) hinder oplevert.
Van Eijck Mobility BV stelt zich vanwege de juridische aspecten terughoudend op bij het uitvoeren van dergelijke opdrachten. Als wij overgaan tot afsleep van een voertuig dat aan bovenstaande voorwaarden voldoet dan kiezen wij er in overleg met de opdrachtgever voor om het voertuig op eigen terrein te verplaatsen, waarbij de opdrachtgever de kosten daarvoor draagt.
Mocht de opdrachtgever de kosten voor de versleping willen verhalen op de kentekenhouder, dan zal deze zélf retentie op het voertuig moeten uitvoeren en dit in haar wegsleepverordening dienen op te nemen. Op deze wijze kan een kentekenhouder op voorhand gewezen worden op de risico’s die genomen worden door tóch op het terrein te parkeren.
Voldoet u aan deze voorwaarden en wilt u toch gebruik maken van onze diensten? Neemt u dan contact met ons op.